16 mrt
16:00

Online Promotie mw. Judith V. Graser

Promotores: Prof.dr. R.A. de Bie, Dr. C.H.G. Bastiaenen

Co-promotor: Prof.dr. H.J.A. van Hedel, University Children's Hospital Zurich, Switzerland

Trefwoorden: pediatrische neurorevalidatie, motorisch leren, oefenvolgorde, contextuele interferentie, robotica, pilotstudie

"Contextual Interference – The Challenging Way Towards Evidence In Paediatric Neurorehabilitation"

In dit onderzoek werd nagegaan of kinderen met hersenletsel meer baat hebben bij het oefenen van verschillende motorische taken in geblokkeerde volgorde (d.w.z. een taak meerdere keren herhalen alvorens over te gaan naar de volgende taak) of in willekeurige volgorde (de verschillende taken willekeurig oefenen). In de literatuur werden 27 studies gevonden die typisch ontwikkelende kinderen beoordeelden en één die kinderen met cerebrale parese beoordeelde. Alle studies waren van lage kwaliteit. De onderzoeker plande en voerde een pilotstudie uit met als doel het evalueren van geblokkeerde versus willekeurige volgorde oefening door gebruik te maken van een robotapparaat (een exoskelet) dat gebruikt kan worden om de functie van de bovenste ledematen bij kinderen te trainen en te meten. Het testen van de betrouwbaarheid van de robotbeoordelingen resulteerde in één parameter die bewegingsfluïditeit meet en die betrouwbaar genoeg was om in onze studie te gebruiken. In de pilotstudie werden tien vooraf gedefinieerde criteria beoordeeld en daaruit bleek dat het uitvoeren van een toekomstige hoofdstudie met deze procedure niet haalbaar zou zijn.

Klik hier voor het volledige proefschrift.