|
|
In 2021 was het project 'Geef voor... een gezonde stad' van Bram Oosterbroek onderdeel van de Jaarfondscampagne. We kampen met steeds hetere zomers door klimaatverandering en binnen Nederland heeft Maastricht één van de hoogste concentraties fijnere fijnstof. Dit heeft allerlei gevolgen voor onze (mentale) gezondheid. De afgelopen tijd is onderzoeker Bram Oosterbroek op zoek gegaan naar deze ongezonde plekken in de stad, vaak op aanraden van donateurs. Dankzij uw donaties kon Bram zijn tweede ‘meetfiets’ bouwen om verschillende plekken in de stad te vergelijken. Benieuwd hoe het project er anno 2023 voor staat? Bram geeft zijn donateurs graag een update!
Namens Bram en het Fonds danken we alle donors en sponsoren nogmaals van harte voor hun bijdragen! Wilt u graag een wat uitgebreidere samenvatting ontvangen van de resultaten? Stuur dan een e-mail naar oosterbroek.bram@gmail.com.
Update meetfiets en resultaten Bram: 'Groen in de stad kan, als het 'strategisch' wordt geplant, helpen met verkoeling tijdens hete dagen: dat verlaagt hittestress en zelfs sterfte bij ouderen. Ook kan het helpen bij verlaging van de luchtvervuiling langs drukke wegen, wat onder andere de kans op hart- en vaatziekten reduceert. Met de twee meetfietsen probeerden we de verschillen in de stad daadwerkelijk te meten. We hebben drie soorten metingen gedaan. Allereerst maten we het zogenaamde hitte-eiland-effect van Maastricht: de temperatuur van de stad minus die van de landelijke omgeving. Ook vergeleken we temperatuur en luchtkwaliteit tussen woonwijken langs een drukke weg met die van een nabijliggend groen wandelgebied. Ten slotte, meer op straat-schaal, deden we metingen langs 'luchtvervuilings-barrières', zoals hagen, bosschages en muren.
Het hitte-eiland-effect was op hete, zonnige dagen aan het einde van de middag al enkele graden. In de loop van de nacht liep dit verschil zelfs regelmatig op tot ruim boven de 5 graden! Wanneer we de lucht-temperatuur van woonwijken langs een drukke weg vergeleken met die van een nabijgelegen groen wandelgebied viel op dat een park vooral voldoende groot moest zijn om tot waarneembare verkoeling te leiden. In de wat grotere parken en het buitengebied was de verkoeling ruim één graad ten opzichte van de woonwijk in de buurt. Iets soortgelijks merkten we op betreffende fijnstof: de echt grote groene gebieden hadden aanzienlijk lagere concentraties. Ten slotte schatten we op basis van onze metingen het effect in van barrières die het wandelpad scheiden van drukke wegen: gemiddeld gezien lijkt het effect daarvan te zijn dat ze een klein deel van het fijnstof afkomstig van de weg tegenhouden. Kijken we naar het verschil in totale concentratie fijnstof, dan neemt deze op het voetpad achter de barrière momenteel slechts af met enkele procenten.
Wat betekent dit nou voor een gezonde leefomgeving buiten in de stad? Het laat vooral de potentie zien om de stad gezonder in te richten. Op dit moment zijn de gezondheidsvoordelen zichtbaar, maar te ver weg of niet groot genoeg, omdat het groen betreffende verkoeling en luchtkwaliteit bijvoorbeeld vaak niet op de beste plek staat. Deze situatie kan in de toekomst verbeterd worden: op buurt-schaal niveau bijvoorbeeld door het aantrekkelijker maken van wandel- en fietsroutes naar de grotere parken en groene buitengebieden. Op straat-schaal niveau kan de situatie verbeteren door het op de juiste plek planten van schaduwrijke bomen. Langs echt drukke wegen waar veel wandelaars en fietsers komen, kan op sommige plekken ook een stevige 'groene barrière' gebouwd en geplant worden: die heeft de potentie heeft om de lucht lokaal aanzienlijk te verbeteren. De meetresultaten en adviezen geven we door aan gemeente, provincie en GGD.'
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|